Reizen Bohemian Tour (5)

    (Dagboek, onderweg uit de losse pols, eventueel ter inzage.)

    Van heet naar ijskoud

    De klap aan het begin van de nacht is het hardst. De flits knettert door de lucht. Reisleider gaat uit bed om nog wat spullen de hut in te slepen. Als de ochtend langzaam doorbreekt flitst het nog steeds aan de overkant. Gelukkig, ASM zegt dat het om 07.45 uur droog is. Het klopt en we beginnen met inpakken. Als ik niet snel genoeg klaar ben starten enkele chauffeurs hun motoren op een meter afstand van mijn open hutjevoordeur, waardoor ik vergast wordt en kuchend aan het ontbijt begin. Op het overdekte terras eten we eieren met ham, eieren met kaas en eieren met champignons. Ietwat waterig geserveerd op een schoteltje met een lepeltje. Ondertussen klatert de regen werkelijk keihard op het golfplaten dak. ASM's voorspelling klopte, heel even. Vanuit een van de regenpijpen golft het water onder de motoren door. Er volgt overleg. De reisleider zegt dat we gewoon gaan rijden. Iedereen stemt in en we spreken elkaar moed in. Moeder Overste zorgt voor het betalen van de hutjeshuur en de eieren en we pakken ons zo goed mogelijk in. Behalve ASM. Die trekt alleen een jas aan over zijn T-shirt.

    Retestoer (of dom) rijden we door het slechte weer over de kletsnatte wegen. Maar ook Ted rijdt prima! Misschien komt het door de geluksminion die Moeder Overste voor haar gekocht had en die nu met duct tape aan de motor gekleefd zit. Het lijkt mij best griezelig op deze afwisselend en creatief geplaveide wegen, maar dit weer deert lijkt ook haar niets te deren. Ze is van ons allen er wel het best op gekleed, met echte regenoverall. De MX5 heeft het dakje gesloten. E&J zitten kneuterig droog binnen. Af en toe doen ze uit solidariteit het raam open, steken er een elleboog uit en doen daarna snel de boel weer dicht en het kacheltje aan.

    Ik probeer zo min mogelijk regen te vangen, maar dat lukt slecht. Ik heb het koud. Mijn linkerarm en -hand zijn ijskoud. Gisteren puften we als zwetende stinkkazen over het asfalt, nu voel ik me als een natte dweil in de koude tocht. Onze handdoeken, bikini en zwembroek klapperen troosteloos achter op het kleine bagagerekje van de motor. Ik probeer af en toe wat heen en weer te schudden om m'n spieren in beweging te houden, misschien geeft dat wat warmte. De lucht is een afwisseling van grijs en donkergrijs. Dapper ploegen we door. Tot we stoppen. Het Restaurace is klein. Behalve het terras, maar daar willen we niet. De Tsjechische obers en serveersters kijken nooit blij als we binnenkomen. Maar misschien kijken ze gewoon zo omdat ze werken. Lekker, die warme koffie en thee. Het is nog geen middag maar de andere gasten zijn bouwvakkers, dus ruikt het al naar soep en vlees. We zitten naast een kasteel, maar daar is niet veel leven. We proberen even duidelijk te krijgen hoe hard je nou eigenlijk in een dorpje mag rijden. Bijna overal wordt je snelheid gemeten en getoond. Vase Rychlost staat er dan. Maar we missen de smiley of het afkeurende gezichtje. Bovendien staan er op de borden vaak twee snelheden aangegeven, 40 en 60. Zestig voor ons en veertig voor de rest, concluderen de coureurs.

    Ik voel me net de stiefzus die in het glazen muiltje probeert te glijden als ik mijn handen in de natte handschoenen wring. Het landschap is eigenlijk nog steeds mooi maar toch liggen de strobalen er vandaag slapjes en mistroostig bij. Ik kan niet fotograferen of andere dingen doen. Eigenlijk wel zo rustig voor een keer, maar ook wel jammer. Kijk, de lucht lijkt te breken. Dat zou fijn zijn want de reislijder heeft geen vizier en wordt af en toe hard geraakt door druppels die zich verzamelen bovenaan zijn windscherm en dan patsch! hun best doen om zijn pupillen te raken. ASM's jas heeft intussen zijn beperkte mate van waterdichtheid helemaal laten varen. Maar inderdaad, de regen stopt. De temperatuur stijgt gelijk een paar punten en het motorblok droogt ASM's voeten. Als ze net droog zijn begint het weer te regenen. Dat is wel even een teleurstelling. En ik moet plassen. Zwiep, daar zwaait Reisleider een boerenlandweggetje in en wijst in de maïs. 't Is allemaal all inclusive, grapt hij. Zowel de regen als plassen in het natte maïsveld. Ik heb nog nooit eerder in mijn helm geplast. Ik bedoel niet erin geplast, maar geplast terwijl ik hem op heb.  Het gaat allemaal prima, alleen Ted doet er verdacht lang over. Uit het maïs klinkt gestommel en gebrom. Het leek mij al een hele opgave om alles tot een goed einde te brengen in niet alleen een motorpak, maar ook nog een regenoverall. Ted staat nu grijnzend op het pad en ASM spoelt haar mouw schoon met een flesje water.

    De kwaliteit van de wegen is zo afwisselend als het weer. J zegt ernstig dat ze onder de indruk is van de gaten in de wegen. Ted vindt het niet fijn dat ze haar kont soms alle kanten op voelt gaan. Onderweg zie ik steeds van die ongeluksmonumentjes. Gelukkig ook mooie houtstapels en voor ASM's geluk een T3 Syncro. Reisleider heeft gezien dat Ceske Krumlov op onze route ligt. En daar is het (denk je even zijn stem in) fan-tàs-tisch!Maar hij had zijn bril niet op en nu zijn we opeens in een heel andere plaats Ceske nog wat. Druk en lelijk. We mopperen niet en rillen grommend in onze helmen. Daarna weer kleine weggetjes, bochtjes en donkere wolken en leider zij dank, we zijn bij het pension dat voor ons gereserveerd is. Hemel op aarde. Vier prima kamers, warme douches inbegrepen en een houtkachel die we meteen in de fik steken. Er omheen een kringetje van stoelen met onze natte kleren. Buiten kwaken de eendjes. Kanis geniet van de rust. Moeder overste haalt samen met J boodschappen en trakteert op iets lekkers bij de koffie. Allemaal all inclusive. Ik mag mee vissen met de reisleider, omdat de rest geen zin heeft. Hij is de beste visser van het Noordelijk Halfrond. Als hij het water nadert springen de karpers al vrolijk op hem af. Hij weet precies waar je de hengel heen moet werpen en hoe zwaar lood is. En hoe je een zompig maar toch stevig purkje brood aan het haakje kleit. Hij leert mij naar de dobber te kijken, maar niet meteen de hengel een ruk te geven als daar zich enige beweging afspeelt. Eerst doet de dobber een dansje en dan doe je RUK. Ik zwiep de hengel achter me de bosjes in. Dat is iets te enthousiast. Dick tovert de ene na de andere vis uit het mooie water. Wel een beetje zielig, dat lipje met dat haakje. Maar hij is een echte visser dus hij zegt dat ze daar niets van voelen. We vangen 8 karpers en 3 graskarpers. Het lukt mij ook, al krijg ik geen toestemming, hoe ik ook zeur, om de werphengel te werpen. Reisleider zit gewoon met zijn handen aan de slijmerige vissen en dan weer in zijn broekzak waar het brood in zit en daarna gaan we in ons mooie Tsjechische huis voor vandaag eten. J en Moeder Overste hebben gekookt. Een fijne kampmaaltijd met pasta en saus en wijn. Er wordt gelachen en gegaapt. Kleur de plaatjes en maak het verhaal zelf af.

    © 2017 Divit

    Main Menu