Reizen - Bohemian Tour (1)

Print

Simpele dingen, groot geluk (deel 1)

Er is overal beweging. Het plukje haar dat uit mijn helm is ontsnapt wappert tegen mijn kin. De wind duwt tegen mijn helm. In een kleine spreidzit zit ik op het zwarte leer, de zitting is zacht en mijn heupen vloeien mee met elke beweging. Ik kijk naar mijn stevige schoenen en zie hoe de veters strijden tegen de wind. Alles is nieuw en het hoofd in mijn helm probeert alles te begrijpen, te verwerken en vast te leggen. Zoveel wind op een windstille dag, en dat terwijl ik achterop zit, achter mijn stoere Motorman. Een stoere motor hebben we niet, wel een comfortabele. Voor het eerst ga ik mee; zeven vrienden, reizend in de buitenlucht. Zeven gewone mensen die hun gewone bestaan verruilen voor een tocht door een gewoon land.

Tsjechië. Het eerste uur is al prachtig. Voorop kiest de man die hier vaker is geweest, en die wij Reisleider noemen, alleen maar kleine stille weggetjes door een heerlijk landschap. Ontspannen glooiende heuvels vol naaldbomen op een lichtgroene bodem, afgewisseld met stukken boerenland. In dit gebied, het westelijke deel van Tsjechië, houden de boeren het simpel. Er is gras en er is tarwe. Het graan is al weken geleden geoogst en het geelbeige stro ligt in grote rollen fotogeniek te zijn op de uitgestrekte scheve velden. Knap dat de boer ze er niet steeds af laat rollen. Ergens staat een auto in het veld. Een man en vrouw tillen hun twee kinderen en een lassiehond boven op een grote rol en maken, met de ontelbare strobalen verspreid over de achtergrond, vast en zeker prachtige foto's. Ik maak ook veel te veel foto's en filmpjes. Voor, achter, rechts en boven. Mijn handschoenen doe ik af en toe uit en ik ben zeer tevreden over het touwtje dat ik door de mouwen van mijn jas aan mijn handschoenen heb geknoopt. Na het eerste stuk ben ik bekaf. Onze coureurs zijn nog lang niet moe. Zelfs Ted niet, bijnaam voor de vrouw in slanke zwarte motorkleding die niemand achterop hoeft, en een stoere rode Bandit berijdt. We rbt aangepaste deel 3 nu 1busten toch uit, met spinaziesoep in het klooster van Teplá. Een van de oudste van het land. Het is er zonnig, er is veel groen en er staat een enorme indrukwekkende kas aan de achterkant. Reisleiders echtgenoot, tijdens de tocht gezeten op net zo’n comfortabele achteropstoel als ik, beheert de portemonnee en zorgt dat we gezond eten. Zij is onze Moeder Overste. Een grote zwerm Duitse senioren zoemt ondertussen rond onze voertuigen. Zij komen uit een bus en eten hun lunchpakket in de schaduw van de bomen. Ze kijken naar de oude motoren, maar vooral de ratlook MX5 van nummer 6 en 7 van ons zevental oogst veel bekijks. Het kleine open autootje is op een bijzondere manier gepimpt en draagt de gitaren van de muzikale inzittenden met zich mee.

bt aangepaste deel 3 nu 1dHet landschap is de hele dag mooi. Rust, blauwe lucht, bomen, vogels, kronkelende wegen. Ik krijg het advies om stil te zitten, maar heb het daar moeilijk mee. Er is zoveel te zien en in je hoofd mee te nemen. Ik voel elke beweging van de motor en de motor waarschijnlijk ook elke beweging van mij. Motorman roept af en toe iets, en soms versta ik dat. We rijden en rijden, de motoren brommen en dansen. Acht uur zijn we in totaal onderweg, en het is warm. Gelukkig heeft mijn jas een rits en laat ik af en toe mijn handschoenen bungelen. Ik begin al een beetje te wennen aan het zitten hier achter op de motor en dicteer korte zinnetjes via een app op mijn iPhone. Alle Tsjechische borden lees ik en alle woorden, thuis geoefend, spreek ik uit. Mijn hoofd is moe van de vele indrukken, mijn lichaam heet, mijn helm zwaar. Het wegdek is soms goed, soms een patchwork van reparaties, losse stukken, grind en gaten. De wind is verrassend sterk, we raken elkaar maar één keer kwijt, er waait maar één zonnebril weg, en uiteindelijk bereikt de bescheiden colonne veilig de Tsjechische ‘Autokemp”. Reisleider heeft vier chatky, Tsjechische trekkershutjes, voor ons geregeld. Kleine houten huisjes met houten britsen, een kussen, een deken en een houten kast. Maar eerst hebben we alleen oog voor het aangrenzende heldere water. We weten niet hoe snel we uit onze verhitte pakken moeten komen en de rivier in moeten spurten. Rennen kan niet, dat gaat pijnlijk en onhandig op al die stenen en steentjes. Het water is ijskoud. We hijgen en hikken, maar dompelen ons toch onder, sommige gewoon in onderbroek. Reisleider heeft een grote fles bier mee en piepkleine bekertjes. We hangen in het stromende water alsof we samen in een bubbelbad zitten, met kippenvel op elke vierkante centimeter. We lachen en proosten en genieten van het bijzondere moment.

bt aangepaste deel 3 nu 1c's Avonds is er vuur, met enige moeite. Tsjechen zijn gek op vuur en buiten eten, en het bos naast onze hutten is al compleet leeggesprokkeld. Gelukkig zakt Kanis, een van de muzikanten uit de MX5, door het houten bankje en kunnen we het oude hout gebruiken om een goed vuur te stoken. Kanis maakt muziek, samen met zijn muzikale vrouw, live bij de vlammen. Ondertussen leert Reisleider ons hoe de Tsjechen worstjes roosteren. Je slijpt een punt aan een boomtak, prik daar de worst dwars aan en snijdt in de uiteinden ervan een diepe kruisvormige inkeping. Dan boven het vuur en de gloeiende kolen houden. Het vet sist in de vlammen en het vlees wordt gaar, heet en knapperig. Speckacky heten deze worstjes in het Tsjechisch. We delen het laatste eten wat we hebben, want we willen hier blijven en niet weer weg om uit eten te gaan. We praten lawaaiig over de eerste rit, het Tsjechische landschap, de koude rivier en de lekkere worst. Simpele dingen, groot geluk. Langzaam koelt het af om ons heen. We zijn van voren warm en van achteren koud. Nog een laatste liedje, een zwartgeblakerd broodje, een Jiskefet-imitatie en dan met de zaklamp naar het wc-hok met de ijzeren deuren. En slapen in de hut.

bt aangepaste deel 3 nu 1e